Voor eigenaarschap in het onderwijs zijn de drie bouwstenen en het cement die nodig die je in bovenstaande afbeelding ziet. Bij het uitleggen van die bouwstenen komt communicatie regelmatig aan bod. Nu blijken er eigenlijk drie soorten communicatie te zijn die een rol spelen bij Eigenaarschap van het leren. Daarbij vind ik het belangrijk dat je begrijpt wat het verschil is tussen deze drie soorten communicatie, wanneer je welke soort gebruikt en hoe je dat goed inzet.
Ik geef met dit artikel alvast een voorproefje van het hoofdstuk dat ik daaraan besteed. In het boek ga ik daar natuurlijk dieper op in.
Bij de bouwsteen ‘autonome motivatie’ is sociale verbondenheid van groot belang. Die kan vergroot worden door op een bepaalde manier te communiceren. Ook is autonomieondersteunende communicatie genoemd bij die bouwsteen. Feedback (het cement tussen de bouwstenen) is natuurlijk ook een manier van communiceren. Ik licht ze hieronder toe:
Sociaal verbindende communicatie
Die wordt gebruik om de sociale verbondenheid te vergroten. Dit pas je als leerkracht toe door te luisteren, te weten wat er bij een kind speelt, te laten merken dat je dat weet en het leren als een gezamenlijke verantwoordelijkheid te bespreken. De band met de leerkracht en het zelfvertrouwen van het kind staat voorop.
Autonomie ondersteunende communicatie
Dit wordt gebruikt om een kind een bepaalde richting in te laten bewegen zonder dat het zich door jou daartoe gedwongen voelt. Dit pas je als leerkracht toe door uitnodigend, informerend en overleggend te communiceren. Het vergroten van het gevoel van autonomie van elk kind staat hierbij centraal, waarbij je als leerkracht niet dwingend overkomt en de kinderen het gevoel geeft dat er ruimte is voor hun inbreng en keuzes.
Wanneer een kind vanzelf leert of wanneer het niets hoeft te leren of te doen dan is het niet moeilijk om niet dwingend over te komen. Ook niet als het vanzelf al goede keuzes maakt. Maar als het niet vanzelfsprekend de goede richting in gaat dan kan het lastig zijn om autonomie ondersteunend te communiceren. Je wilt een kind niet dwingen en wel het gevoel geven dat het zelf aan het roer staat, terwijl je hem als leerkracht toch een andere richting in wilt sturen.
Feedback
Dit wordt gebruikt om een kind beter te laten leren. Je geeft elk kind de juiste informatie om zijn proces van ‘trial and error’ succesvol te doorlopen en zijn leerproces te verdiepen. Je past dit o.a. toe door goed af te wegen of een kind feedback nodig heeft op taakniveau (inhoud van de taak), proces (aanpak van de taak) of zelfregulering (bewustzijn en sturing van zijn leerproces). Ook geef je zowel feed-up, als feedback en feed forward. Het helpen om zijn leerproces succesvol te doorlopen en te verdiepen staat hierbij centraal.
Alle drie de vormen van communicatie zul je tijdens lestijd voortdurend afwisselen. Soms spelen er twee of zelfs drie tegelijkertijd. Toch zal jouw aandacht in sommige situaties vooral op één soort communicatie gericht zijn. Sommige situaties vereisen één bepaalde soort communicatie.
Het is heel belangrijk om de verschillen tussen de drie soorten communicatie te begrijpen en in een situatie te herkennen welke soort communicatie nodig is. Je bent dan veel bewuster bezig om op een effectieve manier met kinderen te communiceren en de ontwikkeling van eigenaarschap te stimuleren.